The ITAM-Unit

Licentievoorwaarden uitgelegd - Oracle

Rick de Laat

Oracle is een softwareleverancier die veel verschillende producten aanbiedt, variërend van cloudoplossingen en systemen voor het maken en beheren van databases tot software en hardware. Oracle licenties kunnen complex zijn omdat elk product een eigen licentiemodel heeft.
Producten
Oracle biedt duizenden producten en diensten aan waaronder hardware, software en cloudoplossingen. De meest afgenomen producten uit het aanbod van Oracle zijn:
  • Oracle Database: een relationeel systeem voor database management (RDBMS) dat organisaties gebruiken voor enterprise grid computing en hybride database workloads.
  • Oracle MySQL: een open-source relationeel systeem voor database management dat organisaties gebruiken voor webdatabase, e-commerce, datawarehousing en logging.
  • Oracle Java: een programmeertaal en development platform dat wordt gebruikt om applicaties te ontwikkelen voor verschillende type devices (zoals computers en smartphones).
  • Oracle Cloud Infrastructure: een cloud computing dienst die on-demand computing diensten levert voor het migreren, bouwen en uitvoeren van IT.
  • Oracle Fusion Middleware: software voor het ontwikkelen, uitvoeren en beheren van applicaties.
  • Oracle Applications: zakelijke applicaties zoals software voor ERP, EPM, HCM en SCM.

De licentievoorwaarden voor elk product kunnen variëren, afhankelijk van de productcategorie en het gebruik ervan. Hierdoor zijn de verschillende licentievoorwaarden vaak specifiek voor bepaalde producten of productgroepen.
Licentie basics
Elke server waarop Oracle software is geïnstalleerd of die Oracle software uitvoert, moet worden gelicentieerd. Dit geldt voor alle omgevingen (productie, test, development en disaster recovery). Drie punten die belangrijk zijn voor Oracle licenties:
  • Functional dependencies: dit zijn producten die samen worden gebruikt, maar afzonderlijk moeten worden gelicentieerd. Als je bijvoorbeeld Oracle Middleware (zoals WebLogic Server) gebruikt ter ondersteuning van een Oracle Database, moet je zowel de middleware als de database licentiëren.
  • Add-on products: voor add-on producten, zoals Enterprise Options en Management Packs, geldt dat de afgenomen hoeveelheid licenties gelijk moet zijn aan het aantal afgenomen licenties van het product waarvoor de add-on wordt gebruikt.
  • Actual vs. minimum usage: je betaalt op basis van de actual usage of het vooraf afgesproken minimum usage, afhankelijk van welke het hoogst is. Dit zorgt ervoor dat organisaties compliant blijven ook als hun actual usage lager is dan het afgesproken minimum.
Licentie metrics
Oracle heeft verschillende licentie metrics. Welke van toepassing is, is afhankelijk van het type product en de implementatie omgeving. De meest voorkomende licenties metrics zijn:

Named User Plus (NUP)
Organisaties betalen voor het aantal users dat toegang heeft tot de software. Het maakt hierbij niet uit of deze users de software ook daadwerkelijk (actief) gebruiken, je licenseert op basis van toegang. Dit kunnen zowel users zijn als “non-user devices” die verbinding maken met de Oracle Database. Voor sommige Oracle producten geldt een minimum aantal NUP-licenties (bijvoorbeeld 10 NUP per server voor Standard Edition 2 of 25 NUP per processor voor Enterprise Edition).

Om compliant te blijven is het belangrijk om het aantal users goed bij te houden. Daarom wordt deze licentie metric vaak gebruikt in omgevingen waar het aantal users makkelijk geteld kan worden. NUP-licenties zijn daarmee ook onpraktisch wanneer het aantal users groot is of vaak verandert.

Processor licenties
Organisaties betalen voor het aantal processor cores op servers waar Oracle software op is geïnstalleerd. Je berekent het aantal benodigde licenties door het totaal aantal processor cores te vermenigvuldigen met de core factor. De core factor verschilt per type processor en server en kan worden teruggevonden in de core factor table.

Processor licenties worden vaak gebruikt in omgevingen met een groot aantal users, waar het aantal users vaak verandert of waar het aantal users moeilijk geteld kan worden, bijvoorbeeld in het geval van web-based applicaties.
Voorbeeldberekening

Een organisatie heeft 15 non-user devices met Oracle Database Enterprise Edition en 25 werknemers. Oracle Database Enterprise Edition draait op een server met 4 processors, 24 cores per processor en een core factor van 0,5. Het afgesproken minimum is 25 NUP per processor.

Processor licenties
4 processors x 24 cores = 96 cores
96 cores x 0,5 core factor = 48 processor licenties

NUP
De grootste van:
• Minimum: 4 processors x 25 = 100 NUP
• Actual: 15 devices + 25 users = 40 NUP
Licentie types
Oracle heeft verschillende licentietypes. De belangrijkste zijn:
  • Perpetual licenties: een perpetual licentie is een eenmalige aankoop waarmee organisaties de Oracle software onbeperkt mogen gebruiken. De software mag worden gebruikt zolang de organisatie het nodig heeft, maar aan support en maintenace zijn wel jaarlijkse kosten verbonden.
  • Term licenties: met een term licentie kunnen organisaties Oracle software voor een bepaalde periode gebruiken. Term licenties worden gehuurd voor de duur van de overeenkomst. Aan het einde van de termijn moet de organisatie de licentie vernieuwen of stoppen met het gebruik van de software. Support en maintenance zijn over het algemeen inbegrepen gedurende deze periode.
  • Cloud licenties: een cloud licentie is voor organisaties die Oracle software gebruiken in Oracle’s cloudomgevingen, zoals Oracle Cloud Infrastructure. Deze licenties zijn vaak gebaseerd op usage metrics zoals gebruik, capaciteit of het aantal users. Hiermee biedt dit ook schaalbaarheid voor organisaties, zij betalen namelijk voor wat ze gebruiken.
  • BYOL (Bring Your Own License): met BYOL kunnen organisaties hun bestaande Oracle licenties naar de cloud omgeving van Oracle overzetten. Dit is voordelig voor organisaties die al Oracle software hebben en deze willen gebruiken in de cloud zonder de licenties opnieuw aan te schaffen. Net als bij Cloud licenties zijn support en maintenance meestal inbegrepen.
  • Subscription licenties: met een subscription licentie kunnen organisaties Oracle software gebruiken op subscription basis, waarbij ze per maand of per jaar betalen. Dit biedt meer flexibiliteit en support en maintenance zijn inbegrepen bij de maandelijkse of jaarlijkse kosten.
  • Enterprise License Agreements (ELA): met een Enterprise License Agreement (ELA) kunnen organisaties op een eenvoudige en kosteneffectieve manier Oracle software licentiëren voor de hele organisatie. ELA’s dekken meestal meerdere Oracle producten en zijn op maat gemaakt voor de organisatie. Support en maintenance zijn over het algemeen inbegrepen in de ELA.
  • Processor-based licenties: bij Processor-based licenties wordt software gelicenseerd op basis van het aantal processors (cores of CPU’s) dat wordt gebruikt voor Oracle producten. Dit wordt vaak gebruikt door organisaties met veel computing behoefte, zodat zij software kunnen licentiëren op basis van hun hardware configuraties. Net zoals bij perpetual licenties betalen organisaties jaarlijks voor support en maintenance.
Virtualisatie en partitioning
Processor licenties in virtualized environments
Processor licenties kunnen licentiebeheer in virtualized environments vereenvoudigen. In plaats van bij te houden welke users toegang hebben tot welke Virtual Machine (VM), kunnen organisaties licenties toekennen op basis van het aantal processors in de virtualized environment waarop Oracle Database draait.

Partitioning
Met partitioning worden grote databases en servers verdeeld in kleinere, afzonderlijke delen (partities). Dit maakt het eenvoudiger om grote hoeveelheden data te beheren. Oracle maakt onderscheid tussen hard en soft partitioning:
  • Hard partitioning (fysieke scheiding): server resources worden fysiek gescheiden, bijvoorbeeld door het gebruik van meerdere servers. Alleen de daadwerkelijk toegewezen resources moeten worden gelicentieerd.
  • Soft partitioning (logische scheiding): server resources worden niet fysiek gescheiden, maar dit betreft een logische scheiding, bijvoorbeeld door het gebruik van VM’s binnen een enkele server. In dit geval moeten alle processors in de server volledig worden gelicentieerd, ongeacht het gebruik. Virtualized environments worden gezien als soft partitioning.
Non-Oracle virtualisatie
Veel organisaties gebruiken non-Oracle virtualisatie (zoals VMware) zonder zich bewust te zijn van de uitdagingen die deze technologieën met zich mee kunnen brengen:
  • VMware clusters: Oracle ziet alle fysieke servers in een VMware-cluster als mogelijk Oracle software hostend, zelfs als Oracle niet is geïnstalleerd. Dit betekent dat alle servers in de cluster moeten worden gelicensieerd, wat kan leiden tot hogere kosten.
  • Migratie en compliancy risico’s: VMware-omgevingen maken vaak VM-migratie mogelijk. Tenzij dit goed gemanaged wordt, kan dit voor incompliancy zorgen, omdat Oracle software mogelijk naar niet-gelicentieerde servers migreert.
  Om deze risico’s te beperken, moeten organisaties die VMware gebruiken:
  • Oracle workloads beperken tot dedicated hosts binnen het cluster.
  • Hard partitioning gebruiken om Oracle software te beperken tot gescheiden fysieke processors.
  • Regelmatig Oracle implementaties documenteren en valideren om compliancy te waarborgen.
Wil je ook meer leren over de licentievoorwaarden van andere software leveranciers? Lees erover via onderstaande knoppen!